Hier komen gedichten te staan.
Verwelkt niet meer, toch doet het pijn,
Zijn geuren te bespeuren met een rode neus,
Een druppel van verdriet bevriest,
De ogen met bevroren tranen aanschouwen elk blad,
Verkleumd, vol pracht en in een koude zon:
Kogels van tranen, verhard in de kilte,
Kletteren keihard op het rozenblad
Het deert haar niet ! zinloos en kwijnend druipen ze af
Oh, hoe sterk en toch zwak is deze bevroren roos
Zij offert haar geur en haar pracht aan de bevroren
Eenzaamheid van een verkleumde wereld !
GvB, 25-1-‘81